Nieuws & Blogs | NL

5 tips voor het opstellen van de financiële meerjarenbegroting

Geschreven door André Tammes | Apr 17, 2024 8:15:00 AM

Na de aanlevering van de dVi begint voor vele afdelingen Finance & Control weer de begrotingscyclus. Om een vliegende start te maken geeft Assets & Treasury 5 belangrijke tips om een vliegende start te maken.

1. Verwerken van investeringen in de financiële meerjarenbegroting

Bij het opvoeren van investeringen om vervolgens op te nemen in de meerjarenbegroting en dPi hoeft u geen rekening meer te houden met de volgorde van de investeringsjaren bij objecten die in meerdere jaren worden gerenoveerd. Ook het verwijderen en opnieuw opvoeren is qua proces en performance sterk verbeterd. 

 

2. Nieuwe beleidswaarde

De beleidswaarde voor woningcorporaties is een geschatte waarde van het vastgoed dat eigendom is van de woningcorporatie, op basis van interne beleidsrichtlijnen en -criteria. Hiermee verschilt de beleidswaarde van de marktwaarde, die de prijs vertegenwoordigt waartegen het vastgoed in verhuurde staat zou worden verkocht op de open markt.

Sinds de introductie van het marktwaarde handboek in 2018 wordt de beleidswaarde berekend op basis van de marktwaardesystematiek. Vanaf verslagjaar 2024 zal hier verandering in komen. De berekening van de beleidswaarde wordt losgekoppeld van de marktwaardeberekening. Er wordt onder andere een sociale disconteringsvoet geïntroduceerd en de methodiek voor het berekenen van de eindwaarde zal verdwijnen.

De toepassing van de nieuwe beleidswaarde methodiek begint niet pas met de jaarrekening van 2024, maar wordt al toegepast bij de begroting/dPi van 2024. Al het vastgoed en de investeringen moeten worden berekend op basis van de nieuwe richtlijnen, die zijn opgenomen in bijlage 11 van het ‘Handboek Modelmatig Waarderen Marktwaarde’.

De nieuwe methodiek voor het bepalen van de beleidswaarde is beschikbaar in de modules ‘Waardering’ en ‘Investering’, zodra de waarderingsversie met de leidraad economische parameters beschikbaar wordt gesteld.

 

3. Vrijval voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen

Woningcorporaties hebben grote ambities in het realiseren van renovaties en nieuwbouw. De investeringen zijn veelal niet rendabel. Het verschil tussen de investeringsuitgaven en de verwachte opbrengsten (marktwaarde) wordt ook wel onrendabele top genoemd.

Bij het aangaan van de verplichting (extern gecommuniceerd, intern geformaliseerd) wordt een voorziening gemaakt voor deze onrendabele top en deze komt op de passiva zijde van de balans. Zodra de woningcorporatie uitgaven doet voor het project wordt de voorziening afgeboekt.

In de financiële meerjarenbegroting worden vanaf dit jaar twee manieren voor de verwerking van de voorziening ondersteund.

  • Voorziening direct afboeken. Met de investeringskosten wordt eerst de voorziening afgeboekt. Daarna komt het bedrag op de grootboekrekening voor vastgoedbelegging in ontwikkeling. Het kan dus zijn dat met de eerste kosten de voorziening direct is afgeboekt.
  • Naar rato voortgang (percentage of completion). De voorziening wordt naar rato van de investeringskosten afgeboekt, het andere deel gaat direct naar de balanspost vastgoedbelegging in ontwikkeling. Als de laatste kosten zijn gemaakt is de voorziening pas weg.
 
4. Overhalen financieringsgegevens uit financiële contracten

In 2023 is de nieuwe rekenkern voor de financiering geïntroduceerd: financiële contracten. Met financiële contracten is het mogelijk om de leningruil (Vestialening), obligatieleningen en amortisaties op doorgezakte swaps te registreren. Klanten die overstappen naar financiële contacten worden begeleid door Assets & Treasury via een migratie en controle.

Voor de klanten die al gebruik maken van Financiële contracten is het nu mogelijk om de financieringsgegevens op te halen naar het begrotingsscenario.

Voor de klanten die nog werken met financiële instrumenten is het uiteraard nog altijd mogelijk om de financieringsgegevens op te halen naar het begrotingsscenario. Mocht er interesse zijn in de overstap naar financiële contracten, neem dan contact op met Servicedesk voor het plannen van een intakegesprek.

 

5. Verwerking (des)investeringen en dPi-gegevens

De nadruk van de externe toezichthouders (AW, WSW en BZK) zal bij de komende dPi liggen op de realiseerbaarheid van de projecten. Dit geldt niet alleen voor nieuwbouw ontwikkelingen, maar eveneens voor verbeteringen op bestaand bezit. Deze aandacht vloeit uit enerzijds de lage realisatiegraad van woningcorporaties, maar anderzijds ook uit de nationale prestatieafspraken.

Bij het opnemen van projecten in de module Investeringen en/of Financiële meerjarenbegroting kan bij het opvoeren de effecten van een ingreep worden meegenomen, zodat deze goed belanden in hoofdstuk 2 van de dPi.